Geuzen van Oud Beersel op bezoek bij brouwerij Boon

De Geuzen van Oud Beersel op bezoek bij brouwerij Boon

De vzw De Geuzen van Oud Beersel brachten op zaterdag 5 april een bezoek aan brouwerij Boon in Lembeek. De rondleiding gebeurde door Frank Boon himself en dat maakte het net zeer uitzonderlijk en heel interessant. Frank Boon is nu éénmaal de éminence grise van de Belgische lambiekwereld en een wandelende encyclopedie over de Belgische bierwereld. Op de liefst 3 uur durende rondleiding in de brouwerij heb ik dan ook ontzettend veel opgestoken.

In feite werkt de brouwerij Oud Beersel nauw samen met de vzw De Geuzen van Oud Beersel, die in januari 2007 op initiatief van een aantal vrienden werd opgericht. De leden van de vzw zijn enthousiaste levensgenieters die de streekproducten promoten en eeuwenoude tradities beschermen. Ze komen iedere maand samen voor een leerrijke, aangename activiteit. In dit kader moet het bezoek aan de brouwerij Boon dan ook gezien worden.

Brouwerij Boon is sinds 1975 in handen van Frank Boon die daarmee een echte revival van authentieke lambiek en geuze inluidde. Maar de eerste sporen van de brouwerij gaan terug tot 1680 met een hoeve en brouwerij-stokerij in Lembeek. In 1860 koopt Louis Paul de brouwerij, die uitsluitend lambiek en faro brouwt. Vanaf 1875 begint hij ook met het bottelen van geuze-lambiek. Pierre Troch koopt in 1898 de brouwerij die na de economische crisis van 1927 in handen komt van Jozef De Vits. Zijn zoon René is vermaard voor de productie van zachte lambiek en fijne geuze. Omdat René De Vits geen kinderen heeft, verkoopt hij de brouwerij aan Frank Boon.

Lambiek van uitmuntende kwaliteit wordt gelagerd op eikenhouten vaten die vaak tot 250 jaar oud zijn. Hiervoor beschikt Brouwerij Boon over een parkt met meer dan 100 liggende foeders van gemiddeld elk 8000 liter inhoud. In de loop der jaren zijn deze foeders aangekocht bij brouwers en wijnmakers in Europa. Alleen oude eik voldoet, omdat nieuwe eik te veel tannine bevat en daardoor alleen geschikt is voor wijn en niet voor bier. Ze worden zorgvuldig onderhouden want eikenhout laat net voldoende zuurstof door om de ontwikkeling van de wilde gisten te stimuleren. Die spontane gisting leidt tot de fijnste geuze.

De brouwersinstallatie was wel toe aan modernisering. De brouwkuip dateert al van 1896. Bovendien worden er vanuit Europa ook almaar strengere normen van kracht waar ze aan moeten voldoen. Daarom bouwden ze in 2012 een moderne installatie waarmee ze voor de toekomst veilig zitten en aan de vraag kunnen voldoen. Er kan nu veel efficiënter gewerkt worden.

Het contrast tussen de moderne brouwersinstallatie en de foeders in de ‘kelder’ is enorm. Na de rondleiding werden we dan ook aangenaam verrast met een spontane proeverij. Vorig jaar werd VAT 44 op de markt gebracht en in september wordt VAT 77 op de markt gebracht. Als primeur mochten we jonge lambiek van 6 weken oud proeven. Ongelofelijk dat dit jonge bier al 5% vol. alc. had. Nog bitter jong, maar toch al een speciaal karakter. Nadien was het tijd om een lambiek van 2,5 jaar te proeven van VAT 79. Een streling voor de tong. Het contrast tussen de jonge lambiek en de oude lambiek kon niet groter zijn. Op zo een moment besef je hoe gelukkig een mens kan zijn.