Ijsland, de bierwoestijn in de Atlantische oceaan
Op mijn terugvlucht
vanuit Seattle naar Brussel met Icelandair had ik eind juni de ingeving om een
stopover te maken in Ijsland. Zonder
verwachtingen en enige voorbereiding had ik 24 uur de tijd om dit eiland te
verkennen. Gelukkig wordt het in juni nooit donker op Ijsland, want
uiteindelijk hebben we 600km op één dag afgelegd. Ijsland is dan ook zo
wondermooi en heeft ontzettend veel te bieden aan natuurpracht...en lokale
bieren. Ijsland is een huwelijk tussen de natuurpracht van Noorwegen en het
desolate van een maanlandschap.
Als we op zaterdag 27
juni op Keflavik Airport landen na
een lange nachtvlucht, zijn we aangenaam verrast door de krappe, maar knappe
luchthaven. Heel mooi ingericht, maar o zo klein. Met enige vertraging bereiken
we de autoverhuurstand na een “bottleneck” aan de paspoortcontrole. Bij de
autosleutels krijg je automatisch een handleiding vol richtlijnen. Sommige zijn
heel nuttig. Je moet jouw deur altijd goed vasthouden als je ze opent, omdat
het negen kansen op tien fel waait in Ijsland. Andere richtlijnen lijken me dan
eerder bizar. Je mag de grens niet oversteken met de huurwagen wat me zowiezo
niet evident lijkt op een afgelegen eiland. Het is inderdaad aangewezen dat je
een 4x4 huurt, want het overgrote deel van de wegen is off road en niet
geasfalteerd. Wat we dus niet wisten natuurlijk.
Ijsland is enorm veelzijdig.
Het is voor gezinnen met kinderen die over vikings en trollen dromen. Maar ook
voor avonturiers die willen kajakken in lavagrotten, walvissen spotten of het
noorderlicht willen zien. Het is voor levensgenieters die willen ontspannen in
de geothermische meren en voor de culturo’s die de locaties van Game of Thrones
willen bezoeken.
We hebben de
luchthaven van Keflavik nog maar net verlaten of we stoppen al een eerste keer
om foto’s te nemen. Zo mooi is Ijsland gewoon. Van de luchthaven gaan we
rechtstreeks naar de Blue Lagoon. Doet die naam je nu nog denken
aan een bevreemdend erotische film met een jonge Brooke Shields, dan zal hierna
een heel andere sensatie in je geheugen gegrift staan. Het is eerder een “touristtrap”,
maar toch de moeite waard. In de lavasteen bevindt zich een lagune met
ongelofelijk blauw water. De geur is iets minder buiten, want de zwaveldampen
ruiken echt naar rotte eieren. Toeristen zitten in het geothermische zwembad
met allerhande gezichtscrèmes op hun gezicht omdat ze ervan overtuigd zijn dat
het water geneeskundige krachten heeft en heel goed is voor de huid. Ik hou het
op een kort bezoek omdat het de ideale eerste stopplaats is om je dag compleet
relaxed in te zetten. De echte liefhebber van baden en sauna’s haalt zijn hart
op in het naburige Laugarvatn, waar
je vanuit het geothermische zwembad uitkijkt op een uitgestrekt meer en waar ze
brood bakken door deeg gewoon 24 uur in een gat in de grond te laten rijzen, in
de buurt van de warmwaterbron. Het beste roggebrood dat ik ooit proefde.
We volgen de Golden Circle route over de autoweg 1,
de enige geasfalteerde weg die rond het ganse eiland gaat. Langs de weg valt op
dat er nergens bomen staan, maar enkel af en toe versteende trollen, stapeltjes
stenen. Langs de weg rijst bovendien altijd wel ergens in de verte een vulkaan
uit het landschap op. Het is ook uitkijken voor loslopende schapen. Ijsland
telt zo een 300.000 inwoners van wie twee derde in en rond de hoofdstad
Reykjavik woont. Niet mis voor een land waar België zo een drie keer in kan.
Maar het telt wel heel veel typisch Ijslandse paarden en meer dan een miljoen
schapen.
De eerste stop op de
Golden Circle route is Gullfoss, een
waterval recht uit reclame voor de strafste waterflesjes. Het water valt 32
meter diep, in twee trappen, en de waterval dankt zijn naam ‘Gouden waterval’
aan de regenbogen die er geregeld verschijnen.
Bovendien ligt de
waterval aan de grote kloof tussen de Euraziatische tektonische plaat en de Noord-Amerikaanse
tektonische plaat. Elk jaar wordt deze kloof een aantal centimeter breder zodat
Ijsland ooit wel uit mekaar zal gereten worden.
Daarna bewonderen we
de geiser van Strokkur in het dorpje Geysir,
waar om de zeven minuten wit heet water naar boven spuit. Je kan er uren naar
kijken, al is het maar omdat je slechts acht keer per uur de kans hebt om de
perfecte selfie te maken. Geisers zijn typisch Ijslands en bizarre
natuurfenomenen. Echt fascinerend om na elke eruptie de luchtbel van de geiser
opnieuw tot leven te zien komen door de hete lucht eronder en uiteindelijk om
de zeven minuten uit te barsten. Het landschap is er geel van de zwavel en de
zwaveldampen wekken een geur van rotte eieren op. Zeker op het pad blijven is
de boodschap of het zou heel heet kunnen worden onder jouw voeten.
Nadien besluiten we
toch de Golden Circle route te verlaten en off road te rijden richting de
vulkanen Hekla en Eyjafjallajökull. Deze laatste kreeg
wereldbekendheid toen hij in april 2010 uitbarstte en een gigantische aswolk
enkele dagen het Europese luchtruim platlegde. Hekla is de grote zus en is de
laatste keer uitgebarsten in 1970. Verwacht wordt dat die om de 50 jaar
uitbarst. Klaar voor 2020 ?
We hebben geluk met
het weer want het is zonnig en bijna 20°C wat uitzonderlijk is, maar tussen de
vulkanen is het toch donker en wordt het landschap een echt maanlandschap. ‘Planet
of the Apes’ kan hier gemakkelijk verfilmd worden. Je kan zo zien wat de
uitbarsting van de Eyjafjallajökull veroorzaakt heeft. Werkelijk geen enkel
huis, mens of dier zie je hier. Enkel een uiterst desolaat landschap vol zwarte
lavasteen.
De wegwijzer naar het
volgende tankstation duidt 460km (slik) aan en we besluiten dan maar om terug
naar de bewoonbare wereld aan de kust te rijden. We rijden richting de zwarte
zandstranden in het zuidelijke Vik.
Als de naburige Katla vulkaan
uitbarst en de Myrdalsjökullgletsjer
smelt, vernietigt een tsunami al de huizen van dit stadje. Na een alarm krijgen
de inwoners twee uur de tijd om naar het hoogste punt te gaan, waar de kerk
staat, om daarna toe te kijken hoe alles wordt vernield. Kinderen oefenen het
als kleuter al want het maakt deel van hun leven of anders gezegd, de natuur
dicteert hun leven.
Totaal onbekend voor
mij en voor velen, maar Ijsland heeft werkelijk een rijke biercultuur. Nochtans
laat de geschiedenis anders blijken. Sinds de bewoning van Ijsland is bier het
favoriete drankje. In 1915 werd echter een algemeen alcoholverbod ingevoerd in
het land vanwege de anti-alcoholcampagne in Europa. Dit zorgde ervoor dat de
brouwerijen onderdoken en zo bleef de Ijslandse biertraditie toch nog behouden.
Op 1 februari 1935 was het alcoholverbod officieel opgeheven voor dranken zoals
gin, whisky en wijn, behalve voor bier. Slechts op 1 maart 1989 openden de
speciaalzaken hun deuren voor bierliefhebbers. Ijslanders hebben sinds dit jaar
deze datum gevierd als de geboortedag van bier en het terugkrijgen van een
beetje vrijheid. Innovatie is tegenwoordig geliefd bij het brouwen en alles wat
groeit onder de zon kan worden gebruikt in bier. Of het nu 10.000 jaar oude
water is van de grootste gletsjer in Europa, Vatnajökull, of het toevoegen van
de kruiden uit de Bergen.
In de gezellige blokhut
annex taverne hebben ze bieren van de Einstök
brouwerij in voorraad. Eén van de beste Ijslandse brouwerijen. De brouwerij
is gevestigd in het vissersdorpje Akureyri, slechts 80km ten zuiden van de
Poolcirkel. Kenmerkend is het gebruik van het zuivere water dat vanuit de
gletsjers door de oude lavavelden naar het dorpje stroomt en omschreven wordt
als één van de puurste waters ter wereld. Amerikaans en Beiers
brouwmeesterschap met het puurste Ijslands water worden samengebracht om de
vikingversie van ‘American style’ pale ale, Einstök Icelandic Pale Ale (5,6%
ABV), te maken. Robuuste hoppigheid ontmoet zachte moutige ondertonen. Cascade
hop geeft het Amerikaanse karakter terwijl Northern Brewer Hops juist genoeg
hopbitterheid toevoegt om van dit bier een verfrissende Ijslandse ale te maken.
Het bier heeft een zeer aangename zachtbittere afdronk waarbij je duidelijk de
Cascadehop proeft.
Het volgende bier is
de Einstök Icelandic Toasted Porter
(6% ABV), een stevig, volmondig bier met toetsen van Ijslandse geroosterde koffie
en donkere chocolade. Gebrande mouten geven het bier een mooie, donkere kleur.
Einstök brouwt elk
jaar ook seizoensbieren en Einstök
Icelandic Arctic Berry Ale (5,2% ABV) is er zo één. ‘Sumardagurinn fyrsti’
betekent in Ijsland de komst van warmere temperaturen. Dit evenement wordt bij
Einstök gevierd met een limited-edition ale, een verfrissend witbier op smaak
gebracht met bosbessen geplukt in de omgeving van de Poolcirkel. De bosbessen
geven het bier een aangenaam fruitige neus en subtiele toets.
Als uitsmijter drink
ik het bier Kaldi dat gebrouwen
wordt bij de microbrouwerij Bruggsmidjan,
gelegen in het kleine stadje Arskogssandur in het Noorden van Ijsland. De
brouwerij werd opgericht door Olafur Pröstur Olafsson en Agnes Sigurdardottir
in 2005. Kaldi is een pilsbier dat gebrouwen wordt volgens Tsjechische traditie
sinds 1842. Het is een niet-gepasteuriseerd pilsbier zonder toegevoegde suikers
en bewaarmiddelen. Een standaardpils, maar wel een goede. Kaldi betekent ‘cold one’ in het Ijslands.
Na de stevige
broccolisoep en de Ijslandse biertjes is het tijd om te vertrekken naar de
indrukwekkende, 60 meter hoge, Skogafoss
waterval. Een natuurfenomeen.
De tijd vliegt
voorbij en ik maak nog een heel korte stop aan een paardenranch. Ze hebben er
tientallen Ijslandse paarden, ontzettend kalme dieren en net tot leven gewekte
knuffels. Wie ze ontmoet, vermoedt dat ze pony’s zijn, maar dat mag je niet
hardop zeggen. Zo groot als een pony, maar met de spieren van een paard. Ze
kweken al meer dan duizend jaar alleen maar met elkaar en zijn dan ook het puurste
volbloedras ter wereld.
Tijd om de wildernis
te verlaten en naar de hoofdstad te rijden. Het is al laat, maar de deur van de
Hallgrimskirkja, een imposant
kerkgebouw van 74,5cm hoog dat zijn architectuur heeft geleend van
basaltpartijen en staafjes op ongelijke hoogte. Daarna wandel ik langs de haven
naar het centrum van Reykjavik. Het valt me op dat er al veel locals boven hun
theewater zitten en van de linkerstoep naar de rechterstoep waggelen. Ik ga op
zoek naar een lokale specialiteit, maar waag me toch niet aan walvis. Ook al
zou het smaken als een uitzonderlijk
heerlijke biefstuk.
Ik besluit dan maar
om onder te duiken in de lokale biercultuur en enkele lokale pubs te verkennen.
Eén van de recentste
brouwerijen is Brugghus Stedja, een
microbrouwerij gelegen in het centrum van Ijsland. De brouwer is een Duitser
met een pak ervaring die zoveel mogelijk probeert te brouwen met gebruik van
kristalwater uit de eigen bron en Ijslandse ingrediënten. Stedja Pari (4,8% ABV) is een donker bier gebrouwen met cacao en
zeewier. ‘Pari’ betekent namelijk zeewier in het Ijslands. Zeewier gaat
wonderwel samen met chocolade. Stedja
Jardarberjabjor (4,2% ABV) wordt gebrouwen met 100% pure Ijslandse
aardbeien. Een licht en verfrissend zomerbier. De aardbeien komen van de
boerderij Solbyrgi dat de warmwaterbronnen gebruikt om de aardbeien langzaam te
laten groeien in de serres. Het volgende bier is Stedja Reyktur (4,6% ABV) en is een echt rauchbier. Het heeft een
ongelofelijk lekker gerookte smaak. Speciaal biertje.
Brugghus Stedja is dit jaar echter in het wereldnieuws gekomen met
een controversieel bier, Hvalur 2
Porraöl Stedja. Vooral de ingrediënten zijn controversieel : puur Ijslands
water, mout, hop en... walvistestikels die gedroogd worden in de maag van een
schaap. Volgens kenners geeft dit een speciale smaak aan het bier, maar mijn
kennis over walvistestikels is daarvoor te beperkt.
Borg Brugghus, wat ‘City Brewery’ betekent is eveneens een recente brouwerij.
SN Orri Nr. 10 wordt gemaakt van lokaal graan en wordt gekruid met
Ijslandse organische tijm. Het is een complexloos bier met een mooie balans
tussen kruidige toetsen en een aangename fruitigheid.
Fenrir IPA (6% ABV) is genoemd naar een Noordse wolfgod en is
een Icelandic Smoked IPA met een heel bizar ingrediënt. Mout gerookt met
uitwerpselen van Ijslandse schapen. Rare jongens, die Ijslanders. Wegens gebrek
aan bomen, is schapendrek een heel gebruikelijke bron van brandstof die onder
andere gebruikt word voor het roken van vlees of vis. De mout wordt gerookt
boven de schapendrek vooraleer het gebruikt wordt in het brouwproces. Dit geeft
het bier een turfkarakter en een volmondige notige smaak. Fenrir heeft een
droge hopbitterheid, mooi in balans met rijke toetsen van rook.
Garun Icelandic Stout Nr. 19 (11,5% ABV) is een ander kaliber. Garun is genoemd
naar een dappere heldin uit één van Ijslands meest bekende saga’s, ‘The Deacon
of Dark River’. Een donker verhaal over de natuurelementen die Ijsland typeren
en die dit straffe bier inspireren. Intens aroma, vol van geroosterde
koffiebonen met een aangename, zoetbittere afdronk.
Uiteindelijk is het
al na drie ’s nachts en nog steeds schijnt de zon. Midzomer op Ijsland...een
unieke belevenis, maar dat zal het poollicht op een donkere winternacht zeker ook
wel zijn. Redenen genoeg om terug te keren naar dit wondermooie land.
Reacties
Een reactie posten